Elke leerling krijgt de begeleiding die hij nodig heeft. We houden rekening met de verschillen tussen leerlingen. Zo is er één-op-één begeleiding voor iedereen. En je bepaalt samen met de mentor jouw leerdoelen voor het schooljaar.
Elke leerling heeft een mentor. De mentor is het eerste aanspreekpunt voor jou en je ouders. De mentor helpt je met jouw vragen over school en hij volgt hoe je je ontwikkelt en hoe het gaat met je studieresultaten. De mentor helpt je ook bij het wennen aan de school en de klas en begeleidt je bij het leren leren. Je houdt dezelfde mentor zolang als je bij ons op school zit.
Twee keer per jaar [MvL1] maak je samen met je mentor een Individueel OntwikkelingsPlan (IOP). Hierin staan jouw aandachtspunten en leerdoelen voor de komende periode. En wat jij en de school moeten doen om die doelen te behalen. Het is een soort routekaart voor wat je in het schooljaar wil bereiken.
In leerjaar 1 wordt het IOP twee keer besproken met leerling en ouders. Vanaf leerjaar 2 en hoger heb je minimaal één keer per jaar een gesprek over je IOP. De informatie voor deze IOP-besprekingen komt van iedereen die betrokken is bij de leerling. Ook informatie uit de mentorgesprekken telt mee.
Voor elke nieuwe leerling maken we een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP). In dit plan staan de doelen en ontwikkelingsmogelijkheden die een leerling volgens ons kan halen en wat hij daarvoor nodig heeft. Het OPP gaat over jouw hele periode bij ons op school .
Vooraf bespreekt de mentor het OPP met jouen je ouders/verzorgers. De mentor houdt in de gaten of het plan goed gevolgd wordt en bespreekt het als er iets niet goed gaat. Elk jaar evalueert de mentor het OPP met de jou en je ouders. Als het nodig is, wordt het OPP aangepast.
Bij leerlingen in leerjaar 1 gaat de mentor voor de kerstvakantie op huisbezoek. Dan wordt onder ander het IOP en OPP besproken.
Soms heb je wat extra hulp nodig. Bijvoorbeeld bij het leren op school of in het omgaan met je klasgenoten of docenten. We hebben genoeg mogelijkheden om je te helpen.